Sportverenigingen meer op eigen benen

Hulde voor de inspanning van het college om tot een helder buitensportaccommodatiebeleid te komen. U creëert hiermee een speelveld dat zo veel mogelijk gelijk is. Wat de VVD betreft vormt dat het startpunt naar meer onafhankelijke verhoudingen tussen clubs en gemeente.

Anders dan de discussie rond het accommodatiebeleid doet vermoeden, kent Oosterhout een zeer riante regeling voor de buitensportaccommodaties. Dat was zo en dat is ook zo in dit voorstel. De negen clubs waar het om gaat betalen slechts 13 % van de werkelijke kosten aan huur en ontvangen een vergoeding voor het klein onderhoud. Het investeringsbudget wordt in dit voorstel verhoogd van 450.000 naar 700.000. Dat is een stijging van meer dan 50 %.

De helft van de Oosterhouters sport, de helft daarvan doet dit in verenigingsverband, 3.000 van hen zijn voetballers. Veruit de meeste mensen bedrijven hun sport voor eigen rekening. De kosten die zij daarvoor maken, zijn aanzienlijk. Het college kiest voor een bijdrage van de verenigingen van 13%. Eerder heb ik erop gewezen dat Breda 30 en Tilburg 47%  hanteert. De VNG houdt 30 á 40 % aan. Het is de vraag of het redelijk is dat de ongeorganiseerde sporters aan de rekening van de gesubsidieerde sporters moeten meebetalen.

Het kan ook anders. De VVD vindt het wenselijk dat verenigingen zoveel mogelijk onafhankelijk opereren. Dat vragen we van de hele samenleving. De geschiedenis leert dat een gemeente regelmatig in een financiële crisis verzeild raakt. Dan krijgen sport en cultuur het in Oosterhout steevast zwaar voor de kiezen. Dat moet je niet willen. Voor de hockeyclub is dit gegeven reden om haar eigen weg te gaan. Wat de VVD betreft mag dit andere verenigingen tot voorbeeld strekken.

Als een burger een beroep doet op de gemeente voor bijstand of ondersteuning vanuit de WMO dan gaan we met hem of haar aan de keukentafel zitten om te zien of het echt nodig is en of er alternatieven zijn waarmee het probleem kan worden opgelost. Niet valt in te zien waarom dit niet ook geldt voor verenigingen zodat de ondersteuning van de gemeente zich kan beperken tot wat redelijkerwijs noodzakelijk is.

In de nota lezen we een aantal keren dat de privatisering niet goed heeft gewerkt omdat het onderhoud er bij is ingeschoten. U geeft daarbij aan dat daarop onvoldoende toezicht is uitgeoefend door de gemeente.  Op de vraag wat het wezenlijke verschil is tussen het huishoudboekje van de negen verenigingen en een vereniging die op eigen benen staat, antwoordt u: ‘Inzage in de financiële huishouding van de verenigingen is ons onvoldoende bekend om daar een uitspraak over te doen.’ Wat de VVD betreft krijgt u dat inzicht wel. Dat is onverbrekelijk verbonden met het verstrekken van subsidiegelden. Bij het werkbezoek aan SCO werd ons duidelijk dat verenigingen niet alleen competitie maar ook concurrentie met elkaar voeren. Zij proberen elkaars spelers in te lijven. Er zijn clubs die spelers betalen. Hoog tijd voorzitter, dat u wel weet wat zich hier afspeelt.

We kunnen terugkijken op een constructieve bijeenkomst met de 10 verenigingen uit de nota. Drie clubs stuurden nadien nog een brief om hun standpunten te bekrachtigen. De VVD heeft lang stilgestaan bij de conclusie die we daaraan  moeten verbinden. Wij vinden:

  1. dat er inderdaad verschil bestaat tussen een voetbalvereniging en een honkbal- of atletiekclub, maar dat het noch doenlijk, noch gewenst is dit verschil via het subsidiebeleid op te heffen. Het is niet vol te houden dat elke deelname aan een sportvereniging tegen dezelfde kosten kan plaats hebben;
  2. we hebben opgekeken van het relaas van de voorzitter van SCO over het onverklaarbare verschil dat gemaakt wordt tussen de vergoeding die TSC en SCO verschuldigd zijn voor het gebruik van hun accommodatie. Het is goed dat hieraan een einde komt. De oproep om dit alsnog te herstellen, is niet reëel. Verevenen betekent immers dat andere verenigingen dan met terugwerkende kracht worden gekort.
  3. we hebben goed geluisterd naar het relaas van de voorzitter van de Voltreffers; wij vinden dat de club zich erg flexibel en constructief  opstelt om tot een meer toekomstbestendige accommodatie te komen; we roepen het college op tot welwillendheid bij het vinden van een oplossing;
  4. tijdens het werkbezoek aan SCO wees het bestuur op de hoge energierekening van de club; ook dat punt verdient een meer evenwichtig speelveld;
  5. bij de bijeenkomst klonk de oproep de blik te richten op de toekomst; de VVD steunt deze graag.

Samenvattend:

  1. De VVD neemt verantwoordelijkheid voor de situatie die rond de buitensportaccommodaties is gegroeid en steunt daarom het voorstel.
  2. De VVD is blij met de helderheid die is verschaft en het gelijke speelveld dat hiermee zo veel mogelijk is gecreëerd;
  3. De VVD vindt dat er meer balans moet komen in de inspanningen van de gemeente voor de georganiseerde sport die krimpt en de ongeorganiseerde sport die sterk groeit.
  4. De VVD vindt dat deze nota geen eindpunt is, maar een beginpunt op weg naar minder afhankelijkheid van verenigingen van de gemeentelijke subsidie.