14 januari jl. werd ook de VVD-fractie verrast door het voorgenomen besluit van het College van Burgemeester en Wethouders om op de locatie van ’t Zandoogje voor de duur van maximaal 1 jaar, 70 alleenstaande minderjarige vluchtelingen (AMV’s) op te vangen.
Bij de behandeling van onze ‘wensen en bedenkingen’ in de raadsvergadering van 2 februari jl. heeft de VVD-fractie de volgende uitgangspunten aangegeven: Oosterhout moet zijn verantwoordelijkheid nemen voor de opvang van vluchtelingen, en dat geldt zeker voor de kwetsbare groep van AMV’s. Maar de VVD fractie heeft ook benadrukt dat er sprake moet zijn van een zorgvuldig besluitvormingsproces, waarin gestuurd moet worden ‘op het kompas in plaats van op de klok’. Een zorgvuldig proces waarin rekening wordt gehouden met alle belangen, voldoende tijd wordt genomen en tijdige en eenduidige communicatie van wezenlijk belang is.
De fractie heeft, zowel vanuit het standpunt van de omwonenden (waar sprake is van terechte zorgen) als uit het oogpunt van de toekomstig op te vangen AMV’s, bij de keuze voor ’t Zandoogje een aantal kanttekeningen gemaakt, en aangegeven dat wat de VVD betreft nog onvoldoende duidelijkheid bestaat op belangrijke zaken als openbare orde en veiligheid en de begeleiding van de op te vangen groep vluchtelingen.
Voor de VVD fractie was - alles afwegende - de vraag of de locatie van ’t Zandoogje de meest geëigende locatie is
Daarom heeft de fractie aangedrongen op nader onderzoek van een aantal kansrijke locaties, om uiteindelijk, op basis van pro’s en contra’s van alle onderzochte locaties, tot een gefundeerd, weloverwogen oordeel over een/de meest geschikte locatie te komen. Ook zal op belangrijke onderdelen als openbare orde en veiligheid en coaching en begeleiding nog de nodige aanvullende informatie moeten worden geleverd.
Om dat te bereiken heeft de VVD fractie een motie ingediend. Deze motie is met een nipte meerderheid van 16 stemmen voor en 15 stemmen tegen aangenomen.
Voor alle duidelijkheid: Het is nu aan het College van B&W, die is in deze uiteindelijk bevoegd! De raad heeft in de raadsvergadering ‘alleen’ haar ‘wensen en bedenkingen’ kunnen formuleren en haar gevoelens, in ons geval benadrukt in de genoemde motie, tot uitdrukking kunnen brengen.